De geglazuurde baksteen van een art nouveau gevel in het Brugse was zwaar beschadigd. Zelfs na een vorige restauratie begon de glazuurlaag van de baksteen opnieuw af te schilferen.
Bij aanvang van deze restauratie werd een materiaal-technisch vooronderzoek uitgevoerd om een diagnose van de schade-mechanismes te kunnen stellen. De oorzaak van het afschilferen bleek een blijvende vochtindringing in de gevel te zijn in combinatie met biologische aangroei in de bakstenen zelf, achter de glazuurlaag. Deze biologische aangroei in combinatie met vries-dooi schade deden de bakstenen verbrokkelen.
Bij deze restauratie werd in eerste instantie de vochtindringing gestopt. De geglazuurde bakstenen bleken niet meer te redden en konden alleen nog vervangen worden. Daarvoor werd op zoek gegaan naar een gelijkaardige nieuwe steen en werden deze naar origineel formaat verzaagd. De gekleurde geglazuurde bakstenen werden behouden en gerestaureerd.